Adviescollege voor de rechtspositie van politieke ambtsdragers
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel ‘Wet adviescollege rechtspositie politiek ambtsdragers’ aangenomen. Deze wet gaat over de instelling van een onafhankelijk en permanent adviescollege dat gevraagd en ongevraagd advies kan geven over de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers. Het adviescollege staat los van de politiek en het advies is daarmee onafhankelijk.
Het college brengt advies uit aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), en kan daarnaast direct de Eerste en Tweede Kamer adviseren. Deze adviezen gaan over álle financiële aspecten van de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers, zoals het pensioen, de uitkering na aftreden of ontslag, salarissen en onkostenvergoedingen.
De adviezen kunnen betrekking hebben op alle politieke ambtsdragers, waaronder burgemeesters, raadsleden, statenleden, commissarissen van de Koning en leden van de algemene besturen van waterschappen.
Eerder heeft de minister van BZK bij de evaluatie van de rechtspositie van politieke ambtsdragers al aangegeven dat een adviescollege een waardevol instrument kan zijn om gevraagd en ongevraagd onafhankelijk advies te geven verkrijgen over structurele wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers.
Samenstelling van het adviescollege
Bij de keuze van de leden zijn ervaring en deskundigheid op het gebied van het openbaar bestuur en kennis van de rechtspositie en beloningsverhoudingen bij de overheids- en marktsectoren bepalend. De leden kunnen worden gezocht onder oud ambtsdragers uit het openbaar bestuur (vanaf twee jaar na hun aftreden), de organen van werkgevers en werknemers, bedrijfsleven en wetenschap. Bij de samenstelling wordt rekening gehouden met een gevarieerde achtergrond en wordt gezocht naar mensen die kennis hebben van en gevoel hebben voor maatschappelijke verhoudingen.