Korte lijnen helpen om aangiftes voortvarend op te pakken
Marthyne Kunst, sinds ruim twee jaar hoofdofficier van justitie bij het parket Oost-Nederland, hoopt dat politieke ambtsdragers die worden bedreigd of geïntimideerd vaker aangifte gaan doen. Ze is daarom blij met het Stappenplan Melding en aangifte voor politieke ambtsdragers: ‘Met een aangifte kunnen we samen een grens trekken.’
Net als in de rest van het land, ziet Marthyne Kunst ook in Oost-Nederland de druk en de dreiging op politie, bestuurders en andere ambtsdragers toenemen, zeker op social media. “Ik vind het zorgelijk dat veel mensen het in de anonimiteit doen, zonder zich te realiseren wat ze er buiten mee aanrichten. Wanneer een verdachte op zitting komt, blijkt die vaak geen idee te hebben hoe groot de impact is en dat ze het slachtoffer er persoonlijk mee raken. Dat is heel treurig.”
Ook bedreigingen aan de deur van politici kwamen in Oost-Nederland voor, onlangs tijdens de boerenprotesten nog bij de minister van Stikstof. “Het ongenoegen wordt zo heel persoonlijk en mensen realiseren niet dat ambtsdragers mensen van vlees en bloed zijn, met gezinnen.”
Hoe ondersteunt het OM politici en bestuurders in de regio?
“Door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn, als het gaat om het preventief beveiligen van woningen van bestuurders, voorzieningen getroffen. Het Openbaar Ministerie maakt een dreigingsinschatting en kijkt of er aanvullende maatregelen nodig zijn; denk aan het plaatsen van camera’s. Hoe ernstiger de bedreiging, hoe strenger de maatregelen. Zo zagen we hoe Jos Wienen, burgemeester van Haarlem, een tijd moest onderduiken. In Brabant is dat ook gebeurd. Gelukkig is dat hier in Oost-Nederland nog niet aan de orde geweest. We proberen de contacten en relaties binnen de lokale driehoek goed te onderhouden zodat er korte lijntjes ontstaan, zodat we snel kunnen ingrijpen. Zo voelen burgemeesters zich vrij om bij het OM en de politie aan te kloppen als zij, of één van hun wethouders, raadsleden of ambtenaren, ergens last van hebben.”
Wat kunnen jullie als OM doen om politieke ambtsdragers te stimuleren tot meer meldingen en aangiftes?
“Ik moedig politieke ambtsdragers aan om aangifte te doen. Zo trekken we met elkaar een grens. Agressie en geweld tegen de publieke sector is onacceptabel. Het OM moet vervolgens zorgen dat die aangifte goed wordt opgevolgd. We hebben op het parket aanspreekpunten die gaan over de veilige publieke taak, en stimuleren dat gemeenten een aanspreekpunt hiervoor inrichten. Zo houd je de keten zo kort mogelijk. Dat proberen we niet alleen naar gemeenten te doen, maar ook naar de GGD, ambulancedienst en de brandweer. Er worden honderdduizenden aangiftes per jaar gedaan. Zonder korte lijnen loop je het risico dat je aangifte verdwijnt op de grote hoop. Dat willen we niet. Daarnaast hebben we eigen richtlijnen. In de afdoening van zaken die gaan over geweld en/of bedreiging tegen mensen in de publieke sector eisen we zwaardere straffen dan dat we in andere zaken doen. Je ziet gelukkig dat de rechtspraak dit overneemt.”
We hebben het aan de ene kant over strengere straffen, tegelijkertijd zie je dat de daders niet door hebben wat ze veroorzaken. Hoe verhoudt zich dat? Moeten we niet eerder een bewustwordingscampagne starten of zijn we dat stadium al lang voorbij?
“Iemand die de gevolgen van zijn daad niet kan overzien, blijft dit soort dingen doen. Het Team Bedreigde Politici van de regionale recherche van de politie-eenheid Den Haag is daarom voor landelijke politici belast met het opnemen van aangiftes van dit soort. We zijn met elkaar bezig de grens op te rekken. Ik denk eerlijk gezegd dat we dit als bestuurders een hele tijd hebben laten lopen. Nu ontstaat er een beweging waarbij mensen beseffen dat al die bedreigingen en beledigingen wel degelijk wat met je doen. Een bedreiging gaat onder je huid zitten. Ook aan de voorkant moet iets gebeuren. Misschien dat ouderwetse spotjes zoals vroeger van Postbus 51 spotjes helpen? Wat doe je op het internet, wat doet het met mensen als je beledigt en bedreigt? Het gaat om fatsoenlijk gedrag, we moeten daar met zijn allen iets aan doen.”
Wat kan het OM betekenen in de toenemende bedreiging van mensen die zich bezighouden met de aanpak van ondermijnende criminaliteit?
“Bij ondermijnende criminaliteit wordt vaak gediscussieerd over de rol van de burgemeesters. Zij sluiten bijvoorbeeld panden waar illegale activiteiten plaatsvinden, en daar zijn vaak mensen ontevreden over. Daarom lopen burgemeesters meer risico. Ik denk dat het daarom belangrijk is dat je uitstraalt dat de aanpak van ondermijning iets van de hele driehoek is. Dat de politie, het OM en de burgemeester samen optrekken. Dat maakt het minder persoonsgericht.”
Wat is er nodig om die lokale driehoek daarvoor te versterken?
“Je moet met elkaar goed kijken wat voor effect je wilt bereiken en hoe. Soms is dat via de bestuursrechtelijke weg, soms moet dat via het strafrecht. Het lastige is dat ze een ander tempo hebben. Als je een pand sluit, kan iemand binnen een bepaalde termijn bezwaar maken en komt dat binnen een bepaalde tijd op zitting. Wanneer je in een gemeente een drugslaboratorium oprolt en zes mensen aanhoudt, moeten er sporen worden uitgezocht, een proces-verbaal worden opgemaakt en hebben advocaten tijd nodig. Voordat je het weet ben je een jaar verder voordat de strafzaak op zitting komt. Daarom hebben burgmeesters soms het gevoel dat zij de kolen uit het vuur moeten halen. Daarom is het zo belangrijk dat je laat zien dat je het met elkaar doet en dat strafrecht maar één van de pijlers is van de aanpak van de criminaliteit.”
Hoe kan het Stappenplan helpen in de strijd tegen intimidatie en bedreiging van politieke ambtsdragers?
“Ik denk dat het Stappenplan kan helpen om bestuur weerbaar te maken en het onderwerp geweld en intimidatie tegen bestuurders en politici meer bespreekbaar te maken. Het is een ingewikkeld onderwerp. Het is lastig om te zeggen dat je je oncomfortabel voelt in je werk en daarbij hulp nodig hebt. Daarom is het ook belangrijk dat nieuwe bestuurders voorgelicht worden met hulp van ervaringsdeskundigen. We kunnen er nog beter voor zorgen dat het een onderdeel wordt van het inwerkprogramma van nieuwe bestuurders, maar ook van ambtenaren. Het moet een proces zijn in je hele organisatie. Het moet normaal worden om het met elkaar erover te hebben. Daar helpt zo’n stappenplan bij.”