‘Het is aan raadsleden zelf om een verstandige afweging te maken’
Soms lijkt het wel alsof er steeds meer integriteitsschendingen zijn in het openbaar bestuur. Robin Reichrath, griffier bij de gemeente Gulpen-Wittem, en lid van de commissie Integriteit van de Vereniging van Griffiers, heeft de indruk dat er juist meer aandacht voor is vanuit media en samenleving. Een nieuwe wet moet gemeenten en provincies beter helpen omgaan met moeilijke integriteitskwesties. Hoe ziet dat eruit in de praktijk?
Sinds 1 januari 2023 is de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur in werking getreden. De wet komt tegemoet aan de behoefte vanuit decentrale overheden aan meer mogelijkheden om met bestuurlijke problemen en integriteitskwesties om te gaan. Zo is er een uitbreiding van de norm in artikel 28 Gemeentewet naar beraadslaging bij persoonlijk belang. Niet alleen moeten raads- en statenleden zich onthouden van stemming bij zaken waar ze een persoonlijk belang bij hebben, ook moeten ze zich onthouden van deelname aan de beraadslaging over die zaken.
Hoe gaat de gemeenteraad in Gulpen-Wittem in de raad om met situaties waarin twijfel bestaat of een bepaald raadslid een persoonlijk belang heeft bij een bepaalde kwestie?
Reichrath: “Het onderwerp wordt regelmatig besproken. Minimaal één keer per jaar organiseren we een training erover, maar het komt geregeld naar boven in fractievoorzittersoverleggen. Ik hoop dan ook dat mijn rol als griffier eraan bijdraagt dat er een cultuur ontstaat waarin raadsleden met elkaar over integriteit kunnen spreken, zónder dat integriteit een politiek instrument wordt. Want voordat je het weet worden mensen onnodig beschadigd. Raadsleden weten mij daarbij goed te vinden. Bij twijfel zoeken ze mij op om te sparren. Wat is verstandig? Ik schets het wettelijk kader, de actuele lijn in de jurisprudentie en de aanwezige belangen. Ik wijs hen er vooral op om zélf een afweging te maken, waarbij ze zich goed voelen. Het is namelijk aan raadsleden zelf om die verstandige afweging te maken. Gaat het om een grijs gebied? Denk er zelf goed over na of je dan wel wilt meestemmen of niet. Je moet je eigen handelen immers zélf kunnen uitleggen en verantwoorden. Dat is een belangrijk uitgangspunt bij integriteit, vind ik.”
Kunt u een concreet voorbeeld noemen van zaken met een persoonlijk belang?
“Denk bijvoorbeeld aan een raadslid, die zelf als bestuurslid actief is voor de lokale omroep. Bij het raadsvoorstel over de subsidie aan diezelfde omroep ontstaat twijfel: mag ik wel meedoen aan de discussie en besluitvorming? Dan is de schijn van belangenverstrengeling duidelijk. Een voorbeeld van een grijs gebied zag ik in een andere gemeente. Daar lag een voorstel van het college om een zonneweide, een perceel met zonnepanelen, aan te leggen. Een van de raadsleden die erover moest stemmen, werkt als administratief medewerker bij het bedrijf dat die zonnepanelen zou aanleggen. Mag dit raadslid dan wel of niet meestemmen? De situatie was extra precair omdat de stemverhoudingen heel erg dicht tegen elkaar aan lagen, en het raadslid een beslissende stem had. Ook na het inwinnen van juridisch advies liepen de meningen uiteen. Aangezien het raadslid als administratief medewerker bij het bedrijf werkt, en niet bijvoorbeeld als directeur, is het niet duidelijk aantoonbaar dat er een persoonlijk belang is.”
Wat is uw rol als griffier hierbij?
“Als griffier ben ik adviseur én klankbord. Gevraagd en ongevraagd geef ik advies aan raads- en commissieleden, en de burgemeester vanwege haar wettelijke taak om de integriteit te bevorderen. Ik vervul daarnaast een proactieve signaleringsfunctie. Als je iets ziet aankomen, spreek ik mensen aan: wees ervan bewust dat je mogelijk in de spotlights komt te staan. Ik probeer mogelijke dilemma’s bespreekbaar te maken. Als griffier moet je dus ook goed op de hoogte zijn van de nevenfuncties die raadsleden hebben. Welke belangen kunnen er allemaal nog meer een rol spelen bij besluitvorming? In de trainingen die ik aan collega-griffiers over integriteit geef, merk ik dat griffiers steeds vaker in een spanningsveld terecht kunnen komen als er een integriteitsdilemma speelt. Het is daarom van belang dat griffiers goed op de hoogte zijn van de actuele wet- en regelgeving en sterk kunnen adviseren als het spannend wordt. De griffier moet belangen goed in kaart kunnen brengen, juist als tegenstellingen groot kunnen zijn.”
Wat denk je dat de uitbreiding van de norm in artikel 28 Gemeentewet naar beraadslaging gaat betekenen voor de praktijk?
“Het schept meer helderheid, dan we voor de wetswijziging hadden. In het verleden ontstond er wel eens verwarring. Waarom moet je je bij belangenverstrengeling onthouden van stemming maar mag je wel meedoen aan de discussies in bijvoorbeeld een commissievergadering? Dan kun je daar toch alsnog je stempel drukken op de besluitvorming? Wat ik vooral in deze wet een goede stap vooruit vind is dat artikel 2:4 Algemene wet bestuursrecht niet meer van toepassing is. Niet de raad als collectief, maar ieder raadslid afzonderlijk is zélf verantwoordelijk voor zijn eigen handelen. De discussie over integriteit gaat heel vaak over een grijs gebied. Jurisprudentie, maar vooral ook het goede gesprek tussen raadsleden onderling helpt om antwoorden te vinden in kwesties die zich in dit grijze gebied afspelen. Welke morele afweging, los van juridische kaders, maak je zelf als raadslid? Wat is verstandig?”
Dus het is vooral een raadslid zelf dat bepaalt wat een persoonlijk belang is?
“In situaties waarin wet- en regelgeving, jurisprudentie of bijvoorbeeld de gedragscode geen helderheid scheppen, komt het aan op een morele afweging van dat raadslid. Ook als er wel evident sprake is van belangenverstrengeling en een raadslid neemt desondanks toch deel aan de beraadslaging en besluitvorming, dan heeft een burgemeester of een griffier niets om handen om hem of haar dat recht te ontzeggen. Echter, als vervolgens iemand naar de rechter stapt, kan die toetsen of de besluitvorming wel rechtmatig is geweest. Zolang er dus niemand naar de rechter stapt, kan ieder raadslid zelf besluiten deel te nemen aan de stemmingen en beraadslagingen. Raadsleden moeten er dus bewust van zijn dat wanneer de schijn van belangenverstrengeling aanwezig is, ze door de samenleving en media er op kunnen worden aangesproken. Dan hebben ze wel wat uit te leggen.”
Deze wet verandert daar dus niks aan?
“Ja, en dat is maar goed ook, want de verantwoordelijkheid moet ook bij het raadslid zelf blijven liggen. Anders kijkt iedereen naar de burgemeester als degene die de integriteit beoordeelt, die is geen scheidsrechter. Hij of zij bevordert weliswaar de integriteit, spreekt mensen er actief op aan, zorgt dat er bewustwording is, organiseert trainingen en maakt het onderwerp bespreekbaar, maar heeft dus niets om handen om het af te dwingen. Ik vind dat goed want anders breng je de burgemeester ook in een hele moeilijke situatie. Raadsleden moeten zelf inzien dat ze een ambt vervullen en dus daarmee moeten voldoen aan wet- en regelgeving. Ze hebben niet voor niets een eed of belofte afgelegd.”