Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024

Onlangs is de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024 verschenen. Deze laat zien hoe raadsleden, wethouders en burgemeesters anno 2024 aankijken tegen hun ambt en de lokale democratie. De Basismonitor is gebaseerd op onderzoek door de Universiteit Utrecht.

Beeld: ©BZK

Voor het onderzoek zijn alle politieke ambtsdragers van gemeenten (raadsleden, wethouders, burgemeesters) bevraagd over uiteenlopende aspecten van hun ambt. Denk aan werkplezier, werkdruk, onderlinge verhoudingen en relaties met de lokale samenleving.

Basismonitor raadplegen

De volledige Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024 kan worden geraadpleegd via de Kennisbank Openbaar Bestuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Wat bevindingen

Hieronder een kleine greep uit de bevindingen:

  • De ambtsdragers hebben veel plezier in hun werk. Raadsleden geven hun werk gemiddeld een 7,3, wethouders een 7,8 en burgemeesters zelfs een 8,2. Dat werkplezier doet er toe, omdat het in belangrijke mate bijdraagt aan de keuze om het ambt te blijven bekleden.
  • Vooral raadsleden zijn maar matig tevreden met de werkdruk en werk-privébalans van hun functie. In de Basismonitor van 2019 kwam dit ook naar voren, maar blijkbaar zit hier (nog) geen verbetering in. Vrouwelijke en jongere raadsleden en leden van kleine fracties ervaren de meeste werkdruk.
  • Raadsleden besteden gemiddeld 20 uur per week aan het ambt (2019: 19 uur per week). Voor wethouders en burgemeesters is dat gemiddeld 56 uur in de week; meer dan een voltijdsbaan (2019: 54 resp. 58 uur per week). Hoe groter de gemeente, des te meer tijd raadsleden, wethouders en burgemeesters aan hun ambt besteden.
  • Burgemeesters en wethouders ervaren het samenspel tussen college en ambtelijke organisatie als positief en zijn in het algemeen ook tevreden over het functioneren van het college van B&W.
  • Negen van de tien lokale politici is de politiek ingegaan om iets bij te dragen aan de samenleving. Zeven op de tien burgemeesters en vier op de tien wethouders deed dit om hun talenten verder te ontwikkelen. Vier op de tien raadsleden is raadslid geworden om invloed uit te oefenen.
  • Voor wat betreft de inhoudelijke opvattingen vormen raadsleden als geheel een goede afspiegeling van de bevolking, ondanks de relatief lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Wel hebben ambtsdragers over het algemeen meer vertrouwen in politieke instituties dan de gemiddelde Nederlander. Ook schatten zij over het algemeen het politiek vertrouwen van inwoners hoger in dan dat het daadwerkelijk is.
  • De overgrote meerderheid van de ambtsdragers (90 procent) hecht waarde aan directe inspraak van inwoners door hen te laten meepraten over besluitvorming en hen verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun eigen woon- en leefomgeving. Slechts een beperkte groep van ambtsdragers vindt het belangrijk dat burgers mee kunnen beslissen over beleid. Wel staan raadsleden positiever ten opzichte van burgerparticipatie dan bestuurders.