Meer online agressie tegen vrouwelijke politici

Vrouwelijke politici in gemeenten, provincies en waterschappen zijn vaker slachtoffer van online agressie en geweld dan hun mannelijke collega’s. Bijna de helft van de vrouwelijke decentrale politici heeft hiermee te maken gehad. Bij mannelijke politici gaat dit om ruim 35%. Bijna een op de drie vrouwen geeft aan drie of meer online incidenten te hebben meegemaakt in de afgelopen 12 maanden. Bij mannen is dat 22%.

Gescheld en gevloek in stripvorm
Beeld: ©BZK

Dat blijkt uit onderzoek dat Atria en Ipsos I&O in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken uitvoerden, naar online verbale agressie (zoals schelden, kleineren of discriminerende opmerkingen) of bedreiging en intimidatie (via e-mail of sociale media). Het onderzoek is gebaseerd op een analyse van de bestaande cijfers van de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 en een enquête onder ruim 3000 politieke ambtsdragers in het decentraal bestuur.

Gevolgen

Agressie en geweld tegen vrouwen gaat vaker over hen als vertegenwoordiger van een specifieke groep, bijvoorbeeld als vertegenwoordiger van een bepaald geslacht (vrouw) of een bepaalde politieke partij, etniciteit of seksuele voorkeur. Uit het onderzoek blijkt dat politici negatieve mentale en lichamelijke gevolgen ervaren van online agressie en geweld. Zo geeft ruim de helft van de vrouwelijke politici aan dat het risico om in aanraking te komen met agressie en geweld invloed heeft op hun sociale mediagebruik. Een op de tien vrouwelijke politici heeft wel eens overwogen om te stoppen wegens agressie en geweld.

Melding en opvolging

Mannen en vrouwen maken even vaak melding van (online) haat en geweld. Er zijn ook geen verschillen in de mate waarin politici aangeven (voldoende) nazorg of begeleiding te hebben ontvangen van hun organisatie. Toch zijn vrouwelijke politici minder tevreden over de wijze waarop zij het meest recente incident met anderen hebben kunnen bespreken, over de wijze waarop de organisatie hun melding heeft opgepakt en over de mate waarin hun organisatie voldoende doet om agressie en geweld te voorkomen.

Conclusie

De uitkomsten uit dit onderzoek onderstrepen de noodzaak om blijvend in te zetten op de weerbaarheid van in het bijzonder vrouwelijke politici. Minister De Jonge: “Daarom zal ik de komende tijd met hen in gesprek gaan wat er nodig is om hen beter te ondersteunen. Ook zullen trainingen aan volksvertegenwoordigers en peers van het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur vanaf nu extra aandacht besteden aan wat vrouwen nodig hebben in de nazorg na (online) intimidatie en bedreiging. Hier levert dit onderzoek veel waardevolle inzichten voor, waardoor we zorgen dat vrouwen de benodigde bescherming krijgen en het politieke ambt ook aantrekkelijk blijft voor iedereen.”

Dit doet het ministerie van BZK niet alleen, maar samen met het Netwerk Weerbaar Bestuur.

Zie ook

Onderzoeksrapport Atria naar online haat vrouwelijke politici