Harriët Tiemens, wethouder
Van windmolenparken, warmtenetten tot de winning van eigen energie uit het GFT-afval. Nijmegen doet er alles aan om binnen dertig jaar helemaal energieneutraal te zijn. Harriët Tiemens was tot halverwege 2021 wethouder van Klimaat & Energie. Hier vertelt meer over de energietransitie van ‘haar’ stad.
Als het om duurzaamheid gaat staat Nijmegen van alle Nederlandse steden altijd bovenaan de lijstjes. De stad aan de Waal doet dit jaar voor de derde keer mee als finalist bij de Europese Green Capital Awards, werd vorige week uitgeroepen tot Fietsstad van Nederland en tekende de week daarvoor een overeenkomst met het ministerie van Infrastructuur en Milieu om verkeerslawaai aan te pakken en de stad slimmer en gezonder in te richten. Ook al heeft Nijmegen misschien niet zoveel middelen als de grotere steden in Europa, toch gebeurt er juist hier enorm veel op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Juist door slimme samenwerkingsverbanden en een creatieve en gedreven bevolking, benadrukt Tiemens. “De kracht van Nijmegen zit vooral in de brede betrokkenheid van onze inwoners, bedrijven en instellingen.”
Kunt u wat voorbeelden noemen waar Nijmegen allemaal mee bezig is om duurzamer te worden?
“De basis van ons duurzaamheidbeleid is dat we een gezonde en vitale stad willen zijn, waar het plezierig wonen en werken is. Daar hangt alles mee samen. De mobiliteit moet bijvoorbeeld zo zijn dat het de stad niet dichtslibt en de lucht moet gezond zijn. Fietsen vinden wij heel erg belangrijk. Verder werken we samen met burgers aan deze verbetering van de luchtkwaliteit in het programma Slimme en Gezonde stad.”
Nijmegen heeft ook al flinke stappen gemaakt met biogas en groene stroom voor openbaar vervoer en de verwarming van huizen. Hoe staat het daar mee?
“In de regio Nijmegen-Arnhem rijden momenteel alle bussen nu op groen gas, aangevuld met elektriciteit. Dat zijn 222 bussen in totaal. Alle gemeenten in de stadsregio Arnhem-Nijmegen brengen daarvoor hun eigen GFT-afval naar de ARN-afvalenergiecentrale in Weurt. ARN investeerde in een vergistinginstallatie, wat het mogelijk maakte dat wij met zijn allen ons groene gas daar konden afnemen. We proberen nu hetzelfde te doen in de stadsregio met het elektrisch gebruik van de gemeenten en hun diensten. Van gebouwen tot openbare verlichting. Daarmee geven we de regionale opwekking van hernieuwbare energie een enorme boost. Of alle gemeenten meedoen is nog niet zeker, maar ik hoop dat er zoveel mogelijk meedoen. Hoe groter het contract hoe beter het is voor de aanbestedende partijen. We zijn in ieder geval de eerste regio van Nederland die zover is. Alleen de NS is ons voor, zij halen hun stroom rechtstreeks van windparken op zee.”
Nijmegen heeft als doel om in 2045 energieneutraal te zijn. Dat is eerder dan wat Nederland voor ogen heeft. Gaan jullie dat halen?
“Ja. We zijn zelfs bezig om dit doel naar voren te halen naar 2030. Dat is wel een uitdaging natuurlijk. In de laatste Energievisie staat dat het gasnet in vijftien jaar moet zijn uitgefaseerd voor woonbebouwing. Ik begrijp niet dat alle wethouders van de steden daar confuus van worden. Wat betekent dat voor je stad? In Nijmegen moet er in ieder geval heel wat gebeuren voordat we zover zijn. We zijn al bezig met doortrekken van het warmtenet, waarbij de restwarmte van ARN in Weurt wordt gebruikt voor het verwarmen van bestaande en nieuwbouwwoningen en bedrijven. Dat is erg ingewikkeld. Je loopt tegen landelijke regels aan, en het zou helpen als de CO2-beprijzing van de grond komt. Dan kan het warmtenet beter concurreren met fossiele warmtebronnen. Wat ook niet helpt is dat het warmtenet, zoals het gas- en electriciteitsnetwerk, als nutsvoorziening wordt gezien. Al die onduidelijkheid en belemmeringen vormen hobbels die het lastig maken om een goede business case te maken en investeringen te doen.”
Maar er is wel al een deel aangesloten op het warmtenet?
“Ja. Nijmegen-Noord, over de Waal, is bijna helemaal aangesloten. We zijn nu bezig om een nieuwe wijk aan de Waaloever, richting centrum, ook aan te sluiten. Ook hebben we plannen richting het station. We willen uiteindelijk toe naar een soort ringleiding, tussen Arnhem en Nijmegen, waarop 90.000 aansluitingen komen. Wanneer is nog niet bepaald.”
Hoe belangrijk is samenwerking bij de energietransitie?
“Heel belangrijk. Als gemeenten kun je niks doen zonder samenwerking met andere partijen. We hebben dan ook allerlei samenwerkingsverbanden in de stad op het gebied van de energietransitie, zowel informeel als formeel, zoals het Nijmeegse Energieconvenant (NEC) en Power2Nijmegen. Daarin werken we samen met zowel bedrijfsleven, kennisinstellingen, scholen als georganiseerde burgers.”
Leeft de verduurzaming van de stad ook een beetje bij de gewone mensen in Nijmegen?
“Ja. Vergeleken met andere steden hebben we een grote groep mensen die graag meedoet aan de verduurzaming van de stad. Nijmegen is natuurlijk een studentenstad met een belangrijke faculteit milieu en biologie, en we hebben van oudsher een grote groep early adapters. Kijk bijvoorbeeld naar het Windpark Nijmegen-Betuwe dat we onlangs hebben geopend. Dat was een burgerinitiatief , genaamd coöperatie WindpowerNijmegen. De duizend leden van dit initiatief hebben samen voor 2 miljoen euro aan windaandelen gekocht. De vorige voorzitter is een emeritus hoogleraar. Er komt veel denk- en doorzettingskracht vrij vanuit die burgers. Als overheid schuif je dan aan als partner. Natuurlijk hebben we in Nijmegen, net als in andere steden, ook wijken waar mensen andere dingen aan hun hoofd hebben dan de verduurzaming van hun stad. We kijken daar bijvoorbeeld binnen Power2Nijmegen hoe we samen met de woningcorporaties een slag kunnen maken in de verduurzaming van gebouwen en woningen.”
Hoe zit het met het bedrijfsleven? Doet die ook mee?
“Het bedrijfsleven is heel belangrijk bij de transitie die we maken.. We hebben zeker op dit terrein een hele goede samenwerking met het bedrijfsleven. Als gevolg van het Energieakkoord heeft de kolencentrale van Engie in Nijmegen haar deuren gesloten. Dat terrein wordt nu ontwikkeld tot een terrein met duurzame energievoorzieningen. Het moet een groene hub worden voor bedrijven die allemaal bezig zijn met hernieuwbare energie onder de naam Groene Delta. Als gemeente zijn we er ons ten diepste van bewust dat we verduurzaming niet kunnen waarmaken zonder het bedrijfsleven. En dat is vice versa ook zo. Dat is mooi, dan kan iedereen zijn rol erin pakken. Als gemeente vinden wij alle initiatieven rond duurzaamheid prachtig. Van een ARN die zijn nek uitsteekt met investeringen tot een klimaatstraatfeest in de buurt. Als overheid willen we dat faciliteren, willen we belemmeringen helpen wegnemen en als launching customer optreden.”
Zijn er veel belemmeringen?
“Soms wel, bijvoorbeeld in de samenwerking binnen de overheid . We hebben in Nijmegen samen met de Rijksoverheid een fantastisch klimaatadaptatieproject uitgevoerd, met een dijkteruglegging en nevengeul in de Waal, dat internationaal veel aandacht krijgt. Zelfs het Amerikaanse Congres praat erover. Maar als je kijkt naar de energietransitie lopen we tegen belemmeringen aan vanuit het Rijk. Het is lastig je stad te verduurzamen met nationale hobbels waarmee je te maken hebt bij het afkoppelen van je gas en het rendabel maken van je zonnepanelen. Over deze hobbels hebben we het met elkaar. Ook met de ministeries.”
Samen met de provincie Gelderland, Ede, Arnhem en Apeldoorn werken jullie aan de City Deal Smart Energy Environment Gelrestad. Hoe staat het daarmee?
“We zijn daarover met elkaar nog in gesprek. Dat is nog niet helemaal rond. Het heeft in ieder geval te maken met biobased en circulaire economie, energietransitie, de inkoop van eigen hernieuwbare energie en de ontwikkeling van het warmtenet. Het mooie van een City Deal is dat je met elkaar praat. We zijn immers allemaal met veel dezelfde dingen bezig. We zien er naar uit om met het ministerie afspraken te maken om gezamenlijk slagen te maken. Zodat we uiteindelijk met de hele regio zorgen voor onze eigen hernieuwbare regionale energie. Stadsregionaal hebben we al veel samen gedaan om de energietransitie vorm te geven. Met de City Deal Gelrestad kunnen we deze onderlinge relatie verder versterken.”
Dit interview verscheen eerder in Agenda Stad.