Marja van Bijsterveldt, burgemeester
Marja Van Bijsterveldt-Vliegenthart begon haar politieke carrière op haar 28e als wethouder van Almere en werd daarna burgemeester van Schipluiden, partijvoorzitter van het CDA, staatssecretaris en minister. Sinds 2016 jaar is ze burgemeester van Delft.
U was al jong wethouder, hoe is dat zo gekomen?
"Ik was bijna 29, woonde pas een maand of 9 in Almere en had eigenlijk geen politieke ervaring. Ik was wel actief geweest bij het CDJA, maar had geen raadservaring en ook geen beeld bij het lokaal bestuur. De eerste keer dat ik een raadszaal van binnen zag was toen mijn voorganger afscheid nam. Het wethouderschap was dan ook een behoorlijke sprong in het diepe, een sprong waar ik echter nooit spijt van heb gehad.
Mijn vaders motto was ‘wees maar enthousiast, dan komt het wel goed’ (hij overleed een jaar voordat ik wethouder werd) dat motto heb ik ter harte genomen. Het was natuurlijk wel een risico, maar ik heb me er voor de volle honderd procent voor ingezet. Ik maakte hele lange dagen, las me volledig in en ging me daardoor zekerder en meer in control voelen. Naast de inhoud was ook de stad nieuw voor mij, ik heb het boekje Wonen in Almere uit mijn hoofd geleerd om een goed beeld te krijgen van bepaalde onderwerpen. Daarnaast gaat politiek niet alleen over kennis en ervaring maar ook om talent. Gelukkig had ik dat laatste blijkbaar meekregen."
Wat is uw passie in uw werk?
"Mensen, absoluut! Daarom vind ik het een groot voorrecht om weer in het lokaal bestuur te mogen werken, je begeeft je elke dag onder de mensen (toch meer dan op landelijk niveau). Het geeft me heel veel energie om mensen te ontmoeten. Ik geloof in de kracht van mensen en versterk ze daar graag in. Waar mensen het niet zelf kunnen, moeten we als overheid een vangnet bieden. Maar het begint allereerst bij mensen zelf, hun initiatief en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Het is daarbij heel belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat omstandigheden de mens maken, waar je wieg staat is vaak zo bepalend voor hoe het later verloopt. Op jonge leeftijd zo nodig kinderen preventief support geven is daarom heel belangrijk om iedereen zoveel mogelijk een gelijke kans te geven. Het is onze opdracht om als overheid afstand tussen groepen mensen te verkleinen, te overbruggen.
In deze samenleving zien we dat veel mensen de snelle ontwikkelingen niet meer kunnen bijbenen. We moeten heel alert zijn om te voorkomen dat groepen mensen afhaken en vervreemden. Gemeenten kunnen daar een belangrijke rol in vervullen. In Delft zien we die verschillen als universiteitsstad ook heel goed. Voor vele jonge studenten hier in de stad is geen zee te hoog. Maar er zijn ook kwetsbare wijken, waar mensen moeite hebben met taal, werkeloos zijn, het idee hebben er niet meer bij te horen. Daar investeren we extra in en dat gaan we de komende jaren intensiveren. Dat begint met preventie op scholen, en in het jongerenwerk, zorgen dat de wijk er goed uit ziet, mensen zich veilig voelen. Het is heel belangrijk dat de nieuwe regering gemeenten in hun kracht zetten om dit te kunnen doen, nu het wat beter gaat met de economie is dat een belangrijke prioriteit."
U sprak op internationale vrouwendag op het Zuid-Hollandse Provinciehuis over het belang van vrouwen in het openbaar bestuur. Waarom bent u daar zo gepassioneerd over?
"Het is het tijdsgewricht waar feminiene kwaliteiten van groot belang zijn. Ik ben er zeer van overtuigd dat vrouwen veel te bieden hebben, bijvoorbeeld met hun kwaliteiten op het gebied van communicatie en sensitiviteit. Overigens zie je deze kwaliteiten ook steeds vaker bij mannen. Het is minder werken vanuit macht, het gaat steeds meer om dienstbaar leiderschap.
Het gaat ook over aandacht voor mensen, voor de menselijke kant van dingen, oog voor het kleine, maar vaak zo belangrijke detail. Een kwaliteit die van nature vaker bij vrouwen te vinden is. Wat vroeger als een zekere zwakte gezien werd, wordt steeds meer onze kracht en vrouwen mogen daar ook echt zelfbewust en fier in zijn. De goede mix van mannelijke en vrouwelijk eigenschappen in het lokale bestuur, daar gaat het uiteindelijk om.
Overigens ligt dat veel breder, ook andere diversiteit zoals culturele diversiteit of verschillende opleidingsachtergronden versterken het openbaar bestuur. Het gaat daarbij niet alleen om de kwaliteit van het openbaar bestuur, maar ook om herkenbaarheid. We hebben een representatieve democratie, dan is het van belang dat mensen zich daadwerkelijk kunnen herkennen in hun volksvertegenwoordigers en bestuurders."
Welk verschil maken vrouwen in het openbaar bestuur?
"Luisteren, aandacht geven, goed aanvoelen wat er speelt in de wijken en buurten en verbindend vermogen zijn vaardigheden waar vrouwen vaak sterk in zijn. Overigens zie ik heel veel vrouwen die zeker niet alleen deze kwaliteiten hebben maar daarnaast ook consequent, krachtig en daadkrachtig zijn. Een heel mooie en succesvolle combinatie.
We moeten als vrouwen elkaar waar mogelijk support geven. Vrouwen brengen juist in deze tijd hele belangrijke en mooie kwaliteiten mee die we niet altijd in zicht hebben. Vrouwen zouden meer elkaars kruiwagen en opstapje kunnen zijn. We kunnen daarin leren van mannen. Vrouwen zijn vaak niet de eerste om van zichzelf te zeggen dat ze iets wel kunnen, onderschatten zichzelf eerder dan mannen, zullen daardoor minder snel naar voren treden en komen dus minder snel in beeld. Vrouwen in leidinggevende, invloedrijke functies moeten daar actief rekening mee houden en capabele vrouwen aan het licht brengen, kansen geven."
Welke tip zou u vrouwen willen geven die twijfelen over het wethouderschap?
"No guts, no glory! Je moet er echt voor gaan en zonder strijd geen overwinning. Het is, net als het burgemeesterschap, een geweldige job. Heel mooi en afwisselend werk, geen dag hetzelfde, het is een baan waar je echt in kunt groeien, jezelf ontwikkelen. Natuurlijk wordt je soms ook wel eens gek van de hectiek, maar het is het waard en die hectiek maakt het juist boeiend.
Als je er voor gaat, hard voor werkt, heb je een van de mooiste banen in Nederland. Je kunt altijd tot de conclusie komen dat het je ding niet is, maar daar kom je pas achter als je er voor gegaan bent. Ik zou de kans niet snel laten lopen.
Vrouwen denken vaak ‘kan ik dit wel?'. Maar ik zou vrouwen willen oproepen veel fierder en zelfbewuster te zijn. Durf uit je comfortzone te komen, zo alleen ontwikkel je jezelf en word je een rijker mens."
Dit interview werd eerder gepubliceerd op de website van de Wethoudersvereniging.