Financiën van gemeenten
Het uitvoeren van de gemeentelijke taken kost veel geld. Dat geld moet natuurlijk ook ergens vandaan komen.
60% van het Rijk
De gemeente krijgt ongeveer 60% van haar inkomsten van het Rijk. Afhankelijk van het aantal inwoners, de oppervlakte en een aantal speciale omstandigheden krijgt elke gemeente een bijdrage uit het zogeheten Gemeentefonds: de algemene uitkering.
Daarnaast bestaan er nog specifieke uitkeringen van het Rijk, maar die bedragen gaan langzaam maar zeker omlaag, terwijl de algemene uitkering de afgelopen jaren omhoog is gegaan. Hierdoor is de beleidsruimte van de gemeente enigszins toegenomen.
Betalingen door inwoners
Naast de inkomsten uit Den Haag krijgt de gemeente geld van zijn eigen inwoners en andere mensen die iets met de gemeente te maken hebben. Het geld komt uit:
- gemeentelijke belastingen, bijvoorbeeld onroerendezaak-, honden- en parkeerbelasting;
- heffingen, bijvoorbeeld riool- en reinigingsheffing;
- tarieven, bijvoorbeeld voor het openbaar zwembad;
- leges, bijvoorbeeld voor het afgeven van bouwvergunningen en paspoorten;
- eigen vermogen, bezittingen en bedrijven, bijvoorbeeld een gemeentelijk havenbedrijf.
De OZB is op dit moment de grootste ‘eigen’ inkomstenbron. Gemeenten geven op dit moment het meeste geld uit aan de gedecentraliseerde taken in het sociale domein: werk/inkomen, jeugd en maatschappelijke ondersteuning.
De financiële positie van gemeenten is sinds de crisis in 2008 verslechterd. Het eigen vermogen en de solvabiliteit zijn gedaald en de schuldquote is gestegen. Het aantal gemeenten met een hoge schuldquote of lage solvabiliteit is gestegen en dat impliceert een toenemend risico op een verslechterde financiële positie.